‘Ga jij binnenkort nog een stukje schrijven over de vluchtelingen die er nu zoveel zijn?’
Deze vraag kreeg ik van een lieve vaste ‘klant’.
Ik wist niet zo goed wat me overkwam eigenlijk. Ik, een stukje schrijven over de vluchtelingen? Dat kan ik helemaal niet. Daar heb ik geen verstand van en ‘dus’ niets zinnigs over te zeggen. Ik hou me meestal ver van politieke issues omdat ik daar geen drol mee kan. Praktisch helpen, als ik weet hoe, kan ik. Ergens over voelen en verbanden zien, kan ik. Diepere lagen ontdekken onder de oppervlakte waar illusies hoogtij vieren kan ik ook. Maar over zoiets heftigs als het hele vluchtelingen-ding een stukje schrijven? Nee, dat kan ik niet.
Mijn antwoord en wedervraag was dan ook ‘Dat was ik niet van plan, hoe kom je daar zo bij?’
‘Ik lees daar nu zoveel over en het geeft bij mij wat onrust. Dus ik zoek een stukje rustgeving in ‘het sprituele.’ Zei ze.
Ah. Daar kan ik wel wat mee. Nu gebeurt er iets in mij. En nee, niet omdat ik zogenaamd verstand heb van spiritualiteit. Spiritualiteit is per definitie niet iets om ‘verstand van’ te hebben in mijn ogen. Je kunt je bezig houden met spiritualiteit en je kunt vooral ‘spiritueel’ léven, wat voor mij betekent dat je leeft vanuit jouw (kern) waarde(n) en dat wat je gelooft en voelt.
Anyway, er borrelde iets in mij en niet omdat ik lekker heel spiritueel over vluchtelingen wil gaan schrijven. Nee.
Wat borrelde was herkenning in het gevoel van mijn klant. Onrust. In mij.
En natuurlijk zie ik dat overal om me heen. Iedereen is gegrepen door het drama en vooral door die ene foto waar ik al diep verdrietig van word als ik er alleen maar aan denk…
We zijn allemaal met onze neus op de feiten gedrukt en kunnen er niet meer omheen. Waar we eerst nog redelijk konden functioneren met onze koppen massaal in het zand, kan dat nu niet meer. Want de verdronken kindjes zijn hartenbrekend om te zien. Dat zo’n kindje aan één van onze favoriete vakantielanden Turkije aanspoelt maakt het ineens wel héél dichtbij. Dat land wat we massaal jaarlijks opzoeken om lekker all inclusive te ‘beleven’, dáár is nu ineens de heftigheid van onze wereld te zien.
En als dan ook nog onze favoriete castleden van onze favoriete TV serie ‘Divorce’ de problemen bij ons gaan brengen in een ander favoriet late night programma van ons, wat we meestal gedachteloos zitten te kijken voordat we ons bed instappen en ons druk maken over de file van de volgende dag, ja.. dán is er echt niet meer genoeg zand om je heen om je kop in te stoppen.
En daar worden we onrustig van. To say the least.
En weet je wat het erge is? Die onrust van ons heeft in feite niets met de vluchtelingen te maken. Nee.
De vluchtelingen die nu ook ons land zogenaamd ‘overspoelen’ (tuurlijk zijn het er veel maar hey, er is altijd ruimte voor een mens in nood) geven ons fijn een kapstok om onze onrust aan op te hangen.
Het is een heel mooi iets om ons druk over te maken, vooral omdat het ‘buiten ons’ ligt. Dat noem ik ‘mooi’ omdat wij als mens nu eenmaal geneigd zijn om buiten onszelf de reden van onze vervelende gevoelens te zoeken. En wie zoekt zal vinden. Is het niet je man die gewoonweg veel te luid ádemt überhaupt dan is het wel die collega met altijd zo’n rokje aan wat nét te kort is. De hoer. Ik wil ook zulke benen.
Maar dat soort triviale dingen zijn niet chic om ons druk om te maken. De vluchtelingen daarentegen wel. Om je daar druk over te maken ziet er heel menslievend uit en is, in de meeste situaties, in ieder geval politiek correct.
We hebben een reden gevonden voor onze onrust!
Waar we hier massaal aan voorbij gaan is dat niet je luid-ademende man, niet je collega met die killer-benen en nee, ook niet die arme vluchtelingen ons vervelend laten voelen.
WIJ laten onszelf vervelend voelen.
Die mensen die huis en haard moesten (ja, móesten! Dat doe je echt niet voor de fun of it) verlaten en wanhopig op zoek gaan naar een kans op overleving, die mensen confronteren ons met wat al in ons zit.
Onrust. Schuldgevoel. Verdriet. Spijt.
Ons eigen gebrek aan menselijkheid.
Elke keer dat je voorbij bent gelopen aan die man of vrouw die net van de fiets viel toen jij langs kwam en jij dacht dat iemand anders wel zou helpen óf diegene was alweer aan het opstaan (alsof je dan niet alsnog even kan stoppen om te vragen of ze OK zijn), komt nu keihard naar boven.
Elke keer dat jij je man afsnauwde omdat ie gewoon écht heel irritant was, komt nu keihard naar boven.
Elke keer dat jij geen zin had om naar het zoveelste Lego bouwwerk van je zoon te kijken en je liever je Instagram-profielfoto bijwerkte, komt nu keihard boven.
Elke keer dat je ‘het leed op de wereld’ langs zag komen op TV, in de krant of scrollend op je Facebook- tijdlijn en jij je liever bezig hield met zoeken in allerlei webwinkels naar dé perfecte spijkerbroek die onvindbaar blijkt, komt nu keihard boven.
Alle keren dat wij ons hebben gedragen zoals we liever niet zouden willen zijn en vooral alle keren dat we dat feit doodleuk negeren, dát is wat boven komt. En dát zorgt voor onrust.
Als jij je man afsnauwt, daar bewust van bent, vervolgens liefdevol naar jezelf beseft dat je nu eenmaal een kutdag hebt gehad en hij er niets aan kan doen dan is het allemaal niet zo erg. Nog mooier is het als de relatie met je man er eentje is waarin jullie van elkaar weten dat zoiets niet persoonlijk bedoeld wordt omdat jullie regelmatig helder communiceren met elkaar en aan de nodige zelfreflectie doen.
Als dat allemaal het geval is in allerlei situaties dat je je niet gedraagt als de mens die je liever zou willen zijn, dan zouden de vluchtelingen je niet ‘onrustig’ maken.
Dan zou je voorbij je eigen emoties kunnen kijken (omdat je die regelmatig onder de loep neemt en er je verantwoordelijkheid voor draagt) en de vluchtelingen kunnen zien voor wat ze zijn; mensen die hulp nodig hebben. Niets meer en niets minder.
Dan zou je geen mensen zien die ‘onze ruimte innemen’, ‘onze spullen afpakken’ of een andere haatdragende gedachte denken.
Dan zou je pijn en verdriet voelen voor deze arme zielen, kijken wat je daadwerkelijk kan dóen en de rest van de tijd héél dankbaar zijn voor het land waarin we leven, het dak boven je hoofd, de relatieve veiligheid van je bestaan, de vrijheid om je naasten lief te hebben en dat te kunnen uiten.
Van een gevoel van dankbaarheid word je niet onrustig, het is juist het meest rustige gevoel wat er bestaat. Het is pure liefde die vanuit jou de wereld in wil stromen omdat het een oneindige toevoer heeft.
Lieve mensen die onrust ervaren door welke situatie buitenshuis dan ook; kijk naar jezelf. In liefde en zonder oordeel. En handel daarnaar.
Dan kunnen we diezelfde liefde laten gelden in ons collectieve wereldleed en misschien wel daadwerkelijk tot oplossingen komen. In ieder geval tot wat meer medemenselijkheid.
Een betere wereld begint bij jezelf.
©Mariëlle Diemel
Dit artikel is ook te lezen op WanttoKnow.nl